"Ik ben inmiddels een paar jaar bezig in Flevoland. Ik heb gezocht naar de juiste graansoort die het hier goed doet. En dat is gelukt. Ik heb best goede oogsten gehad. Ik maal het graan zelf. En het gaat dan naar een bakker die er prima mee uit de voeten kan", vertelt Verschure.
Smaak verschilt wel per oogst
Er zitten wel wat haken en ogen aan de Flevolandse tarwe. Ten eerste is de kwaliteit afhankelijk van het grillige weer in Nederland. Dit betekent dat ook de smaak per oogst verschilt. "Maar het grootste probleem is vooralsnog de prijs", merkt Verschure. "Ons brood is veel duurder dan dat uit de supermarkt. Tegelijkertijd is die vergelijking niet eerlijk, omdat ons product veel voedzamer is. Twee sneetjes vullen even goed als een half brood van de gewone winkel. Maar ja, ik sta niet in de supermarkt om dat uit te kunnen leggen".
Toch denkt de optimistische boer dat tarwe van eigen bodem de toekomst is. De klimaatverandering zou daarbij overigens ook kunnen helpen. Omdat het in Nederland warmer en droger wordt, worden de omstandigheden voor graanteelt geleidelijk gunstiger.
"Ik hoop dat steeds meer boeren brood zien in Nederlands tarwe. Mijn wens is dat meer Flevolandse boeren graan gaan verbouwen, wat ik dan kan malen. Helemaal mooi zou zijn als overal in het land dit soort initiatieven komen. Met korte lijnen. Een boer die oogst, malers die malen en een bakkers die bakken voor lokaal publiek. Geen onnodig gesleep en eigenlijk net als vroeger", besluit Verschure.
Dit is een bericht van Omroep Flevoland in het kader van de samenwerking tussen de omroepen.