Onder meer in de Noordoostpolder, Zuidelijk Flevoland en ook onder het gebied rond Zeewolde ligt deze formatie op een diepte van ongeveer 500 tot 800 meter en met voldoende dikte. Op basis van deze gegevens is Flevoland opgenomen in de zogeheten ‘geologische zoekruimte’ van het Rijk, naast regio’s in Zuid- en Noord-Nederland. Maar geschiktheid onder de grond betekent niet automatisch draagvlak boven de grond.
Politiek en bestuur: duidelijk ‘nee’
De provincie Flevoland heeft zich al eerder uitgesproken tegen ondergrondse opslag van kernafval. In het Provinciaal Omgevingsplan staat klip en klaar dat Flevoland zich verzet tegen eindberging in de eigen ondergrond. Ook omliggende provincies als Gelderland en Overijssel delen die visie. De vrees: aantasting van het duurzame imago, risico’s voor milieu en volksgezondheid, en negatieve gevolgen voor landbouw en woningmarkt.
Voor gemeenten als Zeewolde, Lelystad en Dronten betekent dit dat de provincie voorlopig een verdedigingslinie opwerpt. Toch sluit het standpunt geen toekomstige veranderingen uit. Mocht het Rijk in de komende decennia besluiten om serieuze locaties te verkennen, dan zullen ook lokale overheden zich opnieuw moeten positioneren – en burgers moeten worden geïnformeerd en betrokken.
Wat zou het concreet betekenen voor de regio?
Een ondergrondse berging lijkt misschien onzichtbaar, maar de impact aan de oppervlakte is aanzienlijk. Voor de aanleg is een bovengronds complex nodig van enkele vierkante kilometers, met schachten, toegangswegen, logistiek en veiligheidszones. In andere landen geldt daarbij een bufferzone van circa 2,5 kilometer waarin geen bewoning mag plaatsvinden. Voor relatief dichtbevolkte regio’s zoals Zuidelijk Flevoland kan dit grote gevolgen hebben voor ruimtelijke plannen, woningbouw of landbouw.
In Zeewolde, waar recent discussies over datacenters al de verhouding tussen Rijk en gemeente op scherp zetten, zou een dergelijk project op weerstand kunnen rekenen. Ook Lelystad en Dronten zouden als buurgemeenten met vergelijkbare vraagstukken geconfronteerd worden: wat betekent dit voor het waterbeheer in een provincie onder zeeniveau? Hoe verhoudt dit zich tot andere ondergrondse functies, zoals warmte-koudeopslag of drinkwaterwinning? En wat doet het met het imago van de regio?
Geen besluit, wél voorbereiding
De overheid mikt nu op een operationele eindberging rond het jaar 2130. Toch groeit de druk om eerder knopen door te hakken. Niet omdat het afval haast heeft – het kan veilig tientallen jaren bovengronds blijven – maar omdat besluitvorming over locatie, techniek en maatschappelijke acceptatie decennia in beslag zal nemen. Daarbij speelt ook de wens om internationale kennis te benutten en burgers tijdig te betrekken.
Voor de inwoners van Flevoland betekent dit dat de discussie niet louter theoretisch is. Ook al is er op dit moment geen locatie aangewezen, de regio bevindt zich wel in het vizier. Er zijn (nog) geen concrete plannen voor Zeewolde of de omgeving, maar de uitgangspositie is helder: technisch mogelijk, maatschappelijk gevoelig.
Vertrouwen en betrokkenheid als voorwaarde
Ervaringen uit Noord-Nederland, waar protesten oplaaiden toen zoutkoepels als mogelijke bergingslocaties werden genoemd, maken duidelijk hoe gevoelig dit onderwerp ligt. In Groningen en Drenthe leidde dit tot onrust en wantrouwen. De centrale les: zonder breed gedragen participatieproces is draagvlak vrijwel onmogelijk. In Flevoland geldt dat minstens zo sterk. De provincie heeft een relatief jonge bevolking, veel pioniersmentaliteit en een sterk agrarisch profiel. Projecten die als bedreiging voor leefbaarheid, gezondheid of economische waarde worden gezien, stuiten snel op verzet.
Voor Flevoland – en in het bijzonder gemeenten als Zeewolde – ligt hier een opgave: meedenken, meebeslissen en meepraten, lang voordat er iets concreets wordt besloten.
Wat is de Boomse Klei?
De Boomse Klei is een geologische kleilaag uit het Oligoceen (circa 30 miljoen jaar oud). Ze is onder meer bekend uit België en Nederland, en wordt gekenmerkt door haar fijne structuur, zeer lage doorlatendheid en zelfherstellend vermogen. Juist die eigenschappen maken de laag geschikt voor langdurige isolatie van radioactief afval. In Nederland komt de Boomse Klei onder meer voor onder delen van Flevoland, Noord-Brabant en de Zuid-Veluwe.