Regionieuws

Flevoland: dubbel gevoel over stikstofplannen Den Haag

Vrijdag 10 juni kwam de startnotitie van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) naar buiten. Daarin staan de hoofdlijnen van het NPLG en onder meer per provincie de richtinggevende gebiedsdoelen voor stikstofemissiereductie.

Provincie Flevoland is doordrongen van de noodzaak om de stikstofuitstoot fors te verminderen. Toch is de provincie ronduit verbaasd over de stikstofplannen van Den Haag die vorige week naar buiten werden gebracht.

Flevoland: dubbel gevoel over stikstofplannen Den Haag

Bijzondere keuzes vragen om nadere onderbouwing

In de startnotitie staan voor alle provincies de gebieden aangewezen waar stikstofreductie plaats moet vinden. Wat opvalt zijn de verschillen tussen de aangewezen gebieden in de notitie en het gebied waar Flevoland een gebiedsproces is gestart. “Wij hebben met een krimp van 24 procent het laagste reductiepercentage van Nederland”, zegt verantwoordelijk gedeputeerde stikstof Harold Hofstra. “Maar we hebben wel vragen bij de gebieden die de minister aanwijst. Daar zitten bijzondere keuzes bij.” Hij doelt onder meer op door akkerbouw genomineerde regio’s aan de IJsselmeerkust waar de uitstoot van stikstof met 47 procent moet krimpen. “Dat gebied ligt ook nog eens op behoorlijke afstand van stikstofgevoelige beschermde natuur.” Hofstra vraagt het ministerie om een nadere onderbouwing voor de keuze voor deze gebieden.

Zonder draagvlak geen vooruitgang

Hofstra: “Ook over de PAS-melders staat niets in de notitie. Deze agrarische ondernemers handelden te goeder trouw en zitten al jaren in onzekerheid. Dit is een kwalijke zaak. Voor veel PAS-melders is legalisatie een eerste voorwaarde om te kunnen meewerken aan stikstofreductie en gebiedsprocessen.
De gevolgen van de plannen in de notitie en bijbehorende kamerbrief zijn voor alle (agrarische) ondernemers in de provincie enorm. De plannen roepen emotie en onzekerheid op. Veel boeren zijn al gestart met een transitie om zich aan te passen aan de omgeving/opgaven. Dat komt weinig naar voren.
Als optelsom haken nu de betrokkenen af, terwijl er tot nu toe juist veel bereidheid was om mee te denken over mogelijkheden en samen te werken aan oplossingen. Dit is precies wat we met elkaar niet moeten willen. Zonder draagvlak komen we geen stap vooruit in de ingewikkelde opgave waar we voor staan.”

Inspanningen Flevoland gaan door

“Dat betekent niet dat de huidige gebiedsprocessen daarmee stil komen te staan”, zegt de gedeputeerde. “Ik zie vooralsnog geen aanleiding om het accent te verleggen. Met stakeholders en politiek gaan we het gesprek aan over het verschil in inzicht en of dit tot wijzigingen leidt in de gebiedsgerichte aanpak. Hiervoor wordt vanuit de Rijksoverheid ook ruimte geboden, het is belangrijk om de gebiedsdoelen in te kunnen passen in de eigen lopende processen.”

Trots op de boeren

Gedeputeerde Hofstra: “Wij zijn trots op onze boeren én trots op onze natuur. Het met elkaar in evenwicht brengen van de verschillende belangen is een uitdaging die heel wat van alle partijen vraagt. Flevoland is een landbouwprovincie en wil dat ook blijven. We hebben elkaar hierin nodig, een goede samenwerking is essentieel. Hierbij is een duurzaam perspectief voor de landbouwsector een keiharde randvoorwaarde waarbij ook de nodige middelen en ondersteuning essentieel zijn. Wij zien dit noodzakelijke perspectief vanuit het rijk nog onvoldoende terug (zie Kamerbrief ‘Perspectieven voor agrarische ondernemers’). Naast meervoudig ruimtegebruik, minimale afwenteling en ruimtelijk kwaliteit is draagvlak en gedeelde verantwoordelijkheid van belang. Eenzijdige sectordoelen, zoals deze nu in de startnotitie staan, helpen hier niet bij. We zoeken met het rijk en andere partners de samenwerking. Prioritering is hierbij van belang. Het vraagstuk heeft een integrale aanpak nodig, met duurzame oplossingen voor meer vitaliteit van het landelijk gebied.”

Integrale gebiedsplannen voor vitaal platteland

Naar verwachting worden dit najaar ook de doelen voor Kaderrichtlijn Water, voor Klimaat (landbouw en landgebruik) en voor natuur (vogel- en habitatrichtlijn) bekend gemaakt. Daarin worden, naast de landbouw, ook de industrie en mobiliteitssector aangesproken om hun aandeel te leveren.
Flevoland wil integrale gebiedsgerichte plannen maken waarin aandacht is voor alle grote opgaven. Juist die opgaven moeten in relatie tot elkaar worden gezien. Harold Hofstra: “Dit bereiken we samen met (agrarische) ondernemers en inwoners. Zo versterken we de kwaliteit van onze leefomgeving en ontstaat een landelijk gebied waar het fijn wonen is, ondernemers duurzaam ondernemen en de natuur sterk genoeg is.”

Advertentie