Normaal mogen we in april al vier tot vijf warme dagen verwachten. Tot een zomerse dag (maximumtemperatuur van 25,0°C of hoger) kwam het in Zeewolde het gehele voorjaar niet. Normaal hebben we in Zeewolde de eerste zomerse dag rond 16 mei.
De lente telde in totaal elf vorstdagen (minimumtemperatuur onder 0,0°C), veertien warme dagen (allemaal in mei) en geen zomerse dagen. Normaal zijn dit er ongeveer twaalf, veertien en vier.
Neerslag
De lente was zeer nat met in Zeewolde 265,5 millimeter neerslag. Bij het dichtbijgelegen KNMI weerstation in Lelystad werd 217,6 mm geregistreerd, tegen een langjarig gemiddelde van 158 millimeter.
Zowel maart als april waren zeer nat. Maart telde in Zeewolde 102,59 (Lelystad 76,1) tegen 53 millimeter normaal en in april viel 85,59 (Lelystad 74,1) millimeter tegen 43 millimeter normaal. Dat Lelystad al zoveel afwijkt van Zeewolde, geeft goed aan dat de buien redelijk lokaal vielen.
Mei begon ook nat met op veel dagen een aantal flinke (onweers-)buien. Halverwege de maand werd het echter droog. De maand eindigde iets te nat met in totaal 68,32 millimeter neerslag (Lelystad 67,4) tegen 59 millimeter normaal.
Het neerslagtekort schommelde lang rond de 0-waarde. Sinds half mei is er echter geen druppel meer gevallen in Zeewolde en dus loopt het neerslagtekort snel op. Aan het einde van de lente was het neerslagtekort ruimt 50 mm, vergelijkbaar met het extreem droge jaar 2018.
Zonneschijn
De lente week met 569 uren zon nauwelijks af van het langjarige gemiddelde van 573 uur. Maart was vrij somber met 119 uren zon tegen 151 uur normaal. April week niet veel af van het langjarig gemiddelde met 196 uur zon tegen 197 uur normaal. Dat we het normale aantal zonuren deze lente hebben gehaald, komt vooral op het conto van de laatste twee weken van mei, waardoor mei in zijn geheel zonniger was dan normaal met 254 uur tegen normaal 225 uur.