Zeewolde

Raadslid niet zorgvuldig in procedure

Op 23 juli 2020 heeft burgemeester Gerrit Jan Gorter van een raadslid een melding ontvangen over een mogelijke integriteitsschending bij de besluitvorming in de gemeenteraad over de komst van een zonnepark aan de Groenewoudseweg. Naar aanleiding hiervan is de burgemeester een vooronderzoek gestart. De conclusie van dit vooronderzoek is maandag 17 augustus gepresenteerd aan de pers.In het rapport staat dat de desbetreffende raadslid in het proces en besluitvorming t.a.v. het zonnepark aan de Groenewoudseweg vanuit zijn beroepsmatige expertise en interesse op het thema duurzaamheid en duurzame energie deelgenomen heeft aan de adviescommissie bij Staatsbosbeheer. Hij/zij zat daar, zegt hij/zij zelf, met de insteek om te willen leren van het traject. 

Raadslid niet zorgvuldig in procedure

Op 23 juli 2020 heeft burgemeester Gerrit Jan Gorter van een raadslid een melding ontvangen over een mogelijke integriteitsschending bij de besluitvorming in de gemeenteraad over de komst van een zonnepark aan de Groenewoudseweg. Naar aanleiding hiervan is de burgemeester een vooronderzoek gestart. De conclusie van dit vooronderzoek is maandag 17 augustus gepresenteerd aan de pers.In het rapport staat dat de desbetreffende raadslid in het proces en besluitvorming t.a.v. het zonnepark aan de Groenewoudseweg vanuit zijn beroepsmatige expertise en interesse op het thema duurzaamheid en duurzame energie deelgenomen heeft aan de adviescommissie bij Staatsbosbeheer. Hij/zij zat daar, zegt hij/zij zelf, met de insteek om te willen leren van het traject. 

Het feit dat het raadslid zich actief heeft opgesteld in de commissie- en raadsvergaderingen maakt voor de burgemeester nog niet dat hiermee de (schijn van) belangenverstrengeling ontstaat zoals genoemd in artikel 2.4 Awb. Achteraf concludeert de burgemeester wel dat het optreden van het raadslid zorgvuldiger kon. Door niet transparant te zijn over zijn betrokkenheid bij dit onderwerp is ruis ontstaan over de zuiverheid van het genomen besluit.

Conclusie t.a.v. de melding

“Burgers verwachten terecht dat politici het algemeen belang dienen. Als er sprake is van (de schijn van) belangenverstrengeling dan roept dat weerstand op tegen de overheid….. Daarom geldt dat het handelen van politieke ambtsdragers smetteloos dient te zijn ”[1]

  • Mij is geen persoonlijk belang (rechtstreeks noch middelijk) bij raadslid X gebleken in het proces en besluitvorming t.a.v. het zonnepark aan de Groenewoudseweg. Raadslid X heeft vanuit zijn beroepsmatige expertise op en interesse in het thema duurzaamheid en duurzame energie deelgenomen aan de adviescommissie bij SBB. Hij/zij zat daar, zegt hij/zij zelf, met de insteek om te willen leren van het traject.
  • Er is mij niet gebleken dat vanuit de ambtelijke organisatie, ambtenaar Y of vanuit het college, gepoogd is het (aanbestedings)proces of de besluitvorming of de gunning aan Sunvest te beïnvloeden. Dit laat onverlet dat men vanuit de organisatie de initiatiefnemer (breed) heeft gefaciliteerd wat betreft het ruimtelijke proces, zoals  te doen gebruikelijk is . Ook valt te begrijpen dat dan ook wordt uitgesproken dat men voorstander is van een zonnepark op die plek.  Mij is niet gebleken van belangenverstrengeling bij het raadslid, het college of de gemeente.
  • De griffier en ik hebben ons zelf de vraag gesteld wat wij het betreffende raadslid zouden hebben geadviseerd als wij voorafgaand aan de commissievergadering van 31 oktober 2019 van de betrokkenheid van het raadslid in het voortraject hadden geweten.[2] Wat zouden wij het raadslid hebben geadviseerd over zijn rol in de commissie- en raadsvergadering?

Gezien de jurisprudentie die de griffier en ik kennen over persoonlijk belang en belangenverstrengeling (zie ‘juridisch kader’ in bijlage 2) zou ons advies zijn geweest om geen actieve rol te spelen in het debat/ bespreking in raad en commissie.  Meedoen aan de stemming over dit voorstel aan de raad zouden wij niet ontraden hebben,  het deelnemen aan het debat en het mede-indienen van een amendement op het voorstel wel. Het stemrecht van een raadslid is een fundamenteel en democratisch recht en het stemmen is een belangrijke taak voor een raadslid. Om die reden moet niet te snel en te makkelijk worden aangenomen of geconcludeerd dat een raadslid niet kan/mag stemmen.

  • Het feit dat het raadslid zich actief heeft opgesteld in de commissie- en raadsvergaderingen maakt voor mij nog niet dat hiermee de (schijn van) belangenverstrengeling ontstaat zoals genoemd in artikel 2.4 Awb. Achteraf moet ik wel concluderen dat het optreden van het raadslid zorgvuldiger kon.  Door niet transparant te zijn over zijn betrokkenheid bij dit onderwerp is ruis ontstaan over de zuiverheid van het genomen besluit. 
  • Er is mij niet gebleken van niet-integer handelen van het raadslid, niet van een wethouder en niet van een ambtenaar.
  • Mij is niet gebleken dat de besluitvorming anders zou hebben uitgepakt als raadslid X eerder transparant(er) over zijn/haar rol in het voortraject zou zijn geweest. Alleen het feit dat raadslid X de besluitvorming heeft beïnvloed (net als ieder ander raadslid) is (nog) geen reden om nu aan te nemen dat het besluit met vooringenomenheid tot stand is gekomen. Daarvoor zijn aanvullende omstandigheden nodig en die zijn mij niet bekend (geworden).
  • Ik kom op dit moment dan ook tot de conclusie dat de punten genoemd in de melding niet leiden tot acties t.a.v. het genomen besluit van de raad aangezien het raadslid zich niet op grond van artikel 28 Gemeente wet had hoeven te onthouden van stemming (zie voor de tekst van artikel 28 Gemeentewet het juridisch kader in bijlage 2). Wel doe ik een u een aantal aanbevelingen t.a.v. zaken die ik hierboven heb geconstateerd.

Aanbevelingen

  • In dit besluitvormingstraject hebben enkele ongelukkige en onhandige acties plaatsgevonden. Dit betreft:
  • de actieve rol van het raadslid in de commissievergadering en raadsvergadering;
  • het niet expliciet benoemen door raadslid X dat hij/zij in het voortraject betrokken is geweest;
  • en er ook niet op te reageren (door het raadslid of de fractie) op het moment dat er door raadsleden bij de behandeling van het voorstel vragen over werden gesteld wie dat raadslid was.

Deze casus laat mij inzien dat het goed is op korte termijn met uw raad het gesprek aan te gaan over integriteit.  In mijn rol als voorzitter van de raad en tezamen met de griffier wil ik u op het hart drukken als raadslid en als fractie na te denken hoe u uw rol als raadslid invult, mocht u op enige wijze (hoe gering of onbelangrijk het misschien ook voelt of lijkt) betrokken zijn bij een onderwerp of traject dat later tot besluitvorming in de raad komt.   Betrokkenheid in een voortraject of een belang  bij een onderwerp of voorstel dient altijd expliciet bij de griffier of bij mij gemeld te worden.

De schijn van belangenverstrengeling wordt (soms) makkelijk aangenomen en komt op soms onverwachte momenten naar voren. Ook als u met de beste intenties en zonder enig belang betrokken bent bij zaken.  Ik stel u voor hier ook in uw fractie met elkaar over te spreken en elkaar er scherp op te houden. Het is goed als we elkaar aanspreken bij vermoedens van.

De griffier en ik zullen vaker dan we dat tot nu toe hebben gedaan in het presidium bij het onderwerp integriteit stil staan.

Camera: Peter Buis
Interview: Mannes Schoppink

Raadslid niet zorgvuldig in procedure
Watch the video

Het feit dat het raadslid zich actief heeft opgesteld in de commissie- en raadsvergaderingen maakt voor de burgemeester nog niet dat hiermee de (schijn van) belangenverstrengeling ontstaat zoals genoemd in artikel 2.4 Awb. Achteraf concludeert de burgemeester wel dat het optreden van het raadslid zorgvuldiger kon. Door niet transparant te zijn over zijn betrokkenheid bij dit onderwerp is ruis ontstaan over de zuiverheid van het genomen besluit.

Conclusie t.a.v. de melding

“Burgers verwachten terecht dat politici het algemeen belang dienen. Als er sprake is van (de schijn van) belangenverstrengeling dan roept dat weerstand op tegen de overheid….. Daarom geldt dat het handelen van politieke ambtsdragers smetteloos dient te zijn ”[1]

  • Mij is geen persoonlijk belang (rechtstreeks noch middelijk) bij raadslid X gebleken in het proces en besluitvorming t.a.v. het zonnepark aan de Groenewoudseweg. Raadslid X heeft vanuit zijn beroepsmatige expertise op en interesse in het thema duurzaamheid en duurzame energie deelgenomen aan de adviescommissie bij SBB. Hij/zij zat daar, zegt hij/zij zelf, met de insteek om te willen leren van het traject.
  • Er is mij niet gebleken dat vanuit de ambtelijke organisatie, ambtenaar Y of vanuit het college, gepoogd is het (aanbestedings)proces of de besluitvorming of de gunning aan Sunvest te beïnvloeden. Dit laat onverlet dat men vanuit de organisatie de initiatiefnemer (breed) heeft gefaciliteerd wat betreft het ruimtelijke proces, zoals  te doen gebruikelijk is . Ook valt te begrijpen dat dan ook wordt uitgesproken dat men voorstander is van een zonnepark op die plek.  Mij is niet gebleken van belangenverstrengeling bij het raadslid, het college of de gemeente.
  • De griffier en ik hebben ons zelf de vraag gesteld wat wij het betreffende raadslid zouden hebben geadviseerd als wij voorafgaand aan de commissievergadering van 31 oktober 2019 van de betrokkenheid van het raadslid in het voortraject hadden geweten.[2] Wat zouden wij het raadslid hebben geadviseerd over zijn rol in de commissie- en raadsvergadering?

Gezien de jurisprudentie die de griffier en ik kennen over persoonlijk belang en belangenverstrengeling (zie ‘juridisch kader’ in bijlage 2) zou ons advies zijn geweest om geen actieve rol te spelen in het debat/ bespreking in raad en commissie.  Meedoen aan de stemming over dit voorstel aan de raad zouden wij niet ontraden hebben,  het deelnemen aan het debat en het mede-indienen van een amendement op het voorstel wel. Het stemrecht van een raadslid is een fundamenteel en democratisch recht en het stemmen is een belangrijke taak voor een raadslid. Om die reden moet niet te snel en te makkelijk worden aangenomen of geconcludeerd dat een raadslid niet kan/mag stemmen.

  • Het feit dat het raadslid zich actief heeft opgesteld in de commissie- en raadsvergaderingen maakt voor mij nog niet dat hiermee de (schijn van) belangenverstrengeling ontstaat zoals genoemd in artikel 2.4 Awb. Achteraf moet ik wel concluderen dat het optreden van het raadslid zorgvuldiger kon.  Door niet transparant te zijn over zijn betrokkenheid bij dit onderwerp is ruis ontstaan over de zuiverheid van het genomen besluit. 
  • Er is mij niet gebleken van niet-integer handelen van het raadslid, niet van een wethouder en niet van een ambtenaar.
  • Mij is niet gebleken dat de besluitvorming anders zou hebben uitgepakt als raadslid X eerder transparant(er) over zijn/haar rol in het voortraject zou zijn geweest. Alleen het feit dat raadslid X de besluitvorming heeft beïnvloed (net als ieder ander raadslid) is (nog) geen reden om nu aan te nemen dat het besluit met vooringenomenheid tot stand is gekomen. Daarvoor zijn aanvullende omstandigheden nodig en die zijn mij niet bekend (geworden).
  • Ik kom op dit moment dan ook tot de conclusie dat de punten genoemd in de melding niet leiden tot acties t.a.v. het genomen besluit van de raad aangezien het raadslid zich niet op grond van artikel 28 Gemeente wet had hoeven te onthouden van stemming (zie voor de tekst van artikel 28 Gemeentewet het juridisch kader in bijlage 2). Wel doe ik een u een aantal aanbevelingen t.a.v. zaken die ik hierboven heb geconstateerd.

Aanbevelingen

  • In dit besluitvormingstraject hebben enkele ongelukkige en onhandige acties plaatsgevonden. Dit betreft:
  • de actieve rol van het raadslid in de commissievergadering en raadsvergadering;
  • het niet expliciet benoemen door raadslid X dat hij/zij in het voortraject betrokken is geweest;
  • en er ook niet op te reageren (door het raadslid of de fractie) op het moment dat er door raadsleden bij de behandeling van het voorstel vragen over werden gesteld wie dat raadslid was.

Deze casus laat mij inzien dat het goed is op korte termijn met uw raad het gesprek aan te gaan over integriteit.  In mijn rol als voorzitter van de raad en tezamen met de griffier wil ik u op het hart drukken als raadslid en als fractie na te denken hoe u uw rol als raadslid invult, mocht u op enige wijze (hoe gering of onbelangrijk het misschien ook voelt of lijkt) betrokken zijn bij een onderwerp of traject dat later tot besluitvorming in de raad komt.   Betrokkenheid in een voortraject of een belang  bij een onderwerp of voorstel dient altijd expliciet bij de griffier of bij mij gemeld te worden.

De schijn van belangenverstrengeling wordt (soms) makkelijk aangenomen en komt op soms onverwachte momenten naar voren. Ook als u met de beste intenties en zonder enig belang betrokken bent bij zaken.  Ik stel u voor hier ook in uw fractie met elkaar over te spreken en elkaar er scherp op te houden. Het is goed als we elkaar aanspreken bij vermoedens van.

De griffier en ik zullen vaker dan we dat tot nu toe hebben gedaan in het presidium bij het onderwerp integriteit stil staan.

Camera: Peter Buis
Interview: Mannes Schoppink

Advertentie