Politiek

‘Matras’ onder de weg moet Zeewolder wegen toekomstbestendig maken

ZEEWOLDE - De komende jaren wordt in Zeewolde fors geïnvesteerd in het opknappen van wegen. Niet alleen omdat een groot deel van het asfalt rond 2030 zijn geplande einddatum bereikt, maar ook omdat klimaatverandering en keuzes uit het verleden de wegen sneller aantasten dan gedacht. Dat bleek tijdens de beeldvormende avond van donderdag 27 november over het nieuwe Beheerplan Wegen 2025–2029.

Bij het doorrekenen van alle Zeewolder wegen valt één ding meteen op: er komt een forse piek aan in de onderhoudskosten rond 2030. Veel wegen zijn begin jaren tachtig in korte tijd aangelegd en naderen nu de gemiddelde levensduur van zo’n veertig tot vijfenveertig jaar.

‘Matras’ onder de weg moet Zeewolder wegen toekomstbestendig maken
Foto: Ruud van Velzen

 

“In het systeem zie je dan alsof alles tegelijk vervangen moet worden,” legde adviseur Ewald Potters uit. “Dat kan natuurlijk niet, dus we smeren die piek uit over de jaren eromheen.” Door elke twee jaar te inspecteren, wordt per weg gekeken hoe hard de kwaliteit achteruitgaat en in welke volgorde onderhoud het meest logisch is.

Droge zomers, natte herfsten

Op papier wordt gerekend met veertig jaar levensduur voor asfalt. In de praktijk wijken veel Zeewolder wegen daar echter van af: sommige halen de 45 jaar, andere beginnen al na dertig jaar serieuze problemen te vertonen. VVD-raadslid Rixt van Puffelen vroeg zich af hoe het komt dat eerdere inschattingen niet blijken te kloppen. Potters wees op een combinatie van bodem en klimaat. Een groot deel van de wegen ligt op kleigrond. Die was bij het droogleggen van de polder bekend, maar het klimaat was toen anders.

“Door klimaatverandering krijgen we drogere zomers en natte herfsten,” zei hij. “Als klei lang droogstaat, krimpt de bodem en ontstaan die typische scheuren. Dat zie je terug in de weg: die scheurt als het ware mee. Door de klimaatverandering versnelt de degradatie van wegen.” Ook is het verkeer in veertig jaar tijd flink toegenomen en liggen veel wegen dicht langs bomen die door wortelopdruk de weg omhoog duwen.

Nieuwe ‘matrasfundering’ onder de weg

Om die problemen het hoofd te bieden, past Zeewolde een nieuwe techniek toe, geïnspireerd op de manier waarop de Gasunie in Groningen haar gasputten in kleigebieden fundeert. Onder de verharding komt een soort ‘matras’: een stevige gridlaag met daarboven zogeheten geocellen, waarin de fundering wordt opgesloten.

“In plaats van een klassieke opbouw in losse lagen pakken we de fundering in,” aldus Potters. Daardoor kan de constructie meebewegen met de bodem, en scheurt de weg niet meer van onderaf. Schade kan dan volgens Potters van bovenaf worden hersteld. Aan de Groenwoudseweg is de techniek al succesvol uitgetest.

De afgelopen jaren is vooral in het buitengebied volgens Potters een grote slag gemaakt. In totaal is ongeveer veertig kilometer aan wegen vernieuwd, onder meer de Schollevaarweg, Ooievaarsweg en Ibisweg kregen een opknapbeurt. Daarbij is ook met de nieuwe funderingstechniek gewerkt of met andere levensduurverlengende maatregelen.

Schone grond nu vervuild

De vraag kwam ook aan de orde hoe het kan dat ‘de schoonste grond van Nederland’, zoals Flevoland bij het droogvallen werd genoemd, nu toch vervuilde lagen onder de wegen kent.

Potters legde uit dat bij de aanleg van wegen andere regels golden dan nu. In funderingen zijn bijvoorbeeld metaalslakken toegepast – restproducten uit de staalindustrie – die toen waren toegestaan, maar nu als verontreinigd gelden vanwege stoffen als vanadium. Die moeten bij vervanging volgens de huidige regels worden afgevoerd wat veel extra kosten meebrengt.

Prijskaartje: schuiven tussen potjes

Financieel draait het beheerplan om drie soorten onderhoud: klein onderhoud, groot onderhoud en rehabilitatie, waarbij een weg van fundering tot asfalt volledig wordt vernieuwd. Voor klein onderhoud is ongeveer vier ton per jaar nodig, voor groot onderhoud tot en met 2029 rond de één miljoen per jaar en voor het volledig vervangen van wegen op de lange termijn zo’n zes miljoen per jaar.

De raad wordt voorgesteld om jaarlijks iets minder in de spaarpot voor groot onderhoud te storten en juist meer in de spaarpot voor rehabilitatie, zodat er genoeg geld is als straks grotere stukken weg in één keer vervangen moeten worden. De gedachte daarachter: doordat de meest onderhoudsintensieve wegen in het buitengebied al zijn aangepakt, kan er bespaard worden op groot onderhoud. Die besparing wordt voortaan ingezet voor het volledig vernieuwen van wegen. In het verleden is hier namelijk geen spaarpot voor opgebouwd.

Raad wil scherp beeld van wat er wordt besloten

In de raad leidde vooral de financiële uitwerking tot vragen. Zo werd gewezen op een onduidelijke formulering in het besluit. Raadslid Theun Schaaf (Leefbaar Zeewolde) merkte op dat de wegbeheerpots jaarlijks met twee ton wordt verlaagd, terwijl er maar één jaar twee ton extra naar rehabilitatie gaat. Potters gaf aan dat de bedoeling juist is om vanaf 2025 elk jaar die twee ton over te hevelen, dus structureel. De griffie gaat de besluittekst daarop aanpassen, zodat de raad niet iets anders vaststelt dan bedoeld.

Daarnaast vroeg fractievoorzitter Tom Zonneveld, eveneens van Leefbaar Zeewolde, om een langere doorkijk naar de ontwikkeling van de reserves. Als de komende vijf jaar flink wordt onttrokken om de piek op te vangen, hoe diep zakt de reserve dan weg en wanneer loopt hij weer vol? Potters ging ermee akkoord dat hij een overzicht maakt waarin het verloop van de reserve over de komende twintig jaar zichtbaar wordt.

Aanstaande donderdag volgt het politieke debat in de gemeenteraad, waarop de raad op 18 december een besluit neemt.